Elia op de berg Karmel
16 dus Obadja ging Achab tegemoet en vertelde het hem, en Achab ging Elia tegemoet. 17 toen hij Elia zag, zeide Hij tot Hem: Zijt gij dat, gij beroerder van Israel?”
18″ Ik heb geen problemen gemaakt voor Israël, ” antwoordde Elijah. “Maar jij (B) en de familie van je vader wel. Je hebt(C) de geboden van de Heer verlaten en hebt de Baals gevolgd. 19 roep nu het volk van gans Israel op, dat zij mij ontmoeten op den Berg Karmel.,En breng de vierhonderd en vijftig profeten van Baal, en de vierhonderd profeten van Asera, die aan Izebel ‘ s tafel eten.”(F)
20 Zo zond Achab woord door heel Israël en verzamelde de profeten op de berg Karmel.(G) 21 Elia ging voor het volk en zei: “Hoe lang zult u wankelen (H) tussen twee meningen? Als de Heer (I) God is, volg hem; maar als Baal God is, volg hem.”
maar de mensen zeiden niets.22 Toen zei Elia tegen hen, ” Ik ben de enige van de profeten des Heren overgebleven, (J) maar Baal heeft vierhonderdvijftig profeten.(K) 23 haal twee stieren voor ons., Laat de profeten van Baäl er een voor zichzelf uitkiezen, en laat hen die in stukken hakken en op het hout leggen, maar het niet in brand steken. Ik bereid de andere stier voor en zet hem op het hout, maar steek hem niet in brand. 24 dan roept gij(L) den naam uws Gods, en Ik zal den Naam des HEEREN aanroepen.(M) de god die antwoordt door vuur(N)—Hij is God.”
Toen zeiden alle mensen: “wat je zegt is goed.Elia zei tegen de profeten van Baal: “Kies een van de stieren en bereid hem eerst, aangezien er zoveel van jullie zijn. Roep de naam van je god aan, maar steek het vuur niet aan.,”26 En zij namen de hun gegeven Stier en bereidden hem.
Toen riepen ze (O) op de naam van Baal van ’s morgens tot’ s middags. “Baal, geef antwoord!”ze schreeuwden. Maar er was geen antwoord; (P) niemand antwoordde. En ze dansten rond het altaar dat ze hadden gemaakt.’s middags begon Elijah hen te bespotten. “Schreeuw harder!”zei hij. Hij is een god. Misschien is hij diep in gedachten, of druk, of reizen. Misschien slaapt hij en moet hij wakker worden.”(Q) 28 dus riepen ze luider en sneden(R) zichzelf met zwaarden en speren, zoals hun gewoonte was, totdat hun bloed vloeide., 29 en de middag ging voorbij, en zij bleven hun verwoesting profeteren tot de tijd van het avondoffer.(S) maar er was geen antwoord, niemand antwoordde, niemand lette op.(T)
30 toen zei Elia tegen alle mensen, “kom hier tot mij.”Zij kwamen tot hem, en hij repareerde het altaar(U) van de Heer, dat was afgebroken. 31 Elia nam twaalf stenen, een voor elk van de stammen, die van Jakob afstammen, tot welke het woord des HEEREN gekomen was, zeggende: Uw naam zal Israel zijn.,”(V) 32 met de stenen bouwde hij een altaar in de naam (W) van de Heer, en hij groef een geul rond het groot genoeg om twee seahs van zaad te houden. 33 hij schikte (X) het hout, sneed de stier in stukken en legde hem op het hout. Toen zei hij tegen hen: “vul vier grote potten met water en giet het op het offer en op het hout.”
34 “Doe het opnieuw,” zei hij, en ze deden het opnieuw.
” Doe het een derde keer, ” beval hij, en zij deden het de derde keer. 35 en het water liep rondom het altaar neder, en vulde de groeve.,36 ten tijde (Y) van het offer, stapte de profeet Elia naar voren en bad: “Heer, de God van Abraham,(Z) Isaak en Israël, laat vandaag bekend worden(AA) dat u God bent in Israël en dat ik uw dienaar ben en al deze dingen op uw bevel heb gedaan.(AB) 37 geef antwoord, Heer, geef antwoord, zodat deze mensen zullen weten (AC) dat U, Heer, God bent, en dat u hun harten weer terugdraait.”
38 toen viel het vuur(AD) van de Heer en verbrandde het offer, het hout, de stenen en de grond, en likte ook het water in de Geul.,39 toen alle mensen dit zagen, wierpen zij zich eerbiedig neer en riepen: “de Heer—Hij is God! De Heer – Hij is God!”(AF)
40 toen beval Elia hen, ” Grijp de profeten van Baal. Laat niemand ontsnappen!”Zij grepen hen en Elia liet hen naar het KISHONDAL brengen en daar afslachten.41 En Elia zeide tot Achab:ga, eet en drink, want er is een geluid van een zware regen.”42 en Achab ging weg om te eten en te drinken; maar Elia klom op de top van Karmel, boog zich ter aarde en legde zijn aangezicht tussen zijn knieën.,(AI)
43 “Ga en kijk naar de zee,” zei hij tegen zijn dienaar. En hij ging naar boven en keek.
“Er is niets daar,” zei hij.
zeven keer zei Elijah: “Ga terug.”
44 the seventh time (AJ) the servant reported, “A cloud (AK) as small as a man’ s hand is rising from the sea.”
dus Elijah zei, ” Ga en vertel Achab, ‘til je wagen op en ga naar beneden voordat de regen je stopt.ondertussen werd de hemel zwart van de wolken, de wind steeg op, een zware regen(AL) begon te vallen en Achab reed weg naar Jizreel.(AM)