Chariot racing, in de oude wereld, een populaire vorm van wedstrijd tussen kleine, tweewielige voertuigen getrokken door twee -, vier -, of zes-paarden teams. Het vroegste verslag van een wagenrace vindt plaats in Homerus ‘ beschrijving van de begrafenis van Patroclus (Ilias, boek xxiii). Dergelijke races waren een prominent kenmerk van de oude Olympische Spelen en andere spelen geassocieerd met Griekse religieuze festivals. Het waren de belangrijkste gebeurtenissen van de Romeinse openbare spelen (ludi publici) die plaatsvonden in het Circus Maximus.,
van vier tot zes strijdwagens streden in een enkele race, normaal bestaande uit zeven rondjes rond het circus. De racing chariots waren licht, fragiele zaken, gemakkelijk verpletterd in een botsing, in welk geval de bestuurder werd vaak verstrikt in de lange teugels en gesleept naar de dood of ernstig gewond.,
Onder het Romeinse Rijk werden de wagenteams georganiseerd in vier hoofdfacties, elk geleid door een andere vereniging van aannemers en elk onderscheiden door een andere kleur: Rood, wit, blauw en groen. Enthousiasme voor de favoriete kleur leidde vaak tot wanorde; Juvenal, de Romeinse satiricus van de 1ste en 2de eeuw na Christus, zei dat, als de Groenen verloren, de hele stad terneergeslagen zou zijn, alsof er een grote nationale nederlaag had plaatsgevonden. In het latere rijk speelden deze facties een rol in politieke en (na de kerstening) religieuze controverses., Onder Justinianus werden de blues geïdentificeerd met Orthodoxie en de Groenen met monofysitisme, een ketterse doctrine.