Eleanor van Aquitaine ’s relatie met haar kinderen biedt een test van Philippe Ariès’ en Lawrence Stone ‘ s visie op het grootbrengen van kinderen, die hebben bewezen zo controversieel onder historici van de jeugd. Het is noodzakelijk om bij het evalueren van de middeleeuwse kinderpraktijk het agnatische of open-lineage familiepatroon te kennen dat heerst onder de feodale adel., Eleanor past in het patroon voor moeders in dergelijke gezinnen, die weinig tijd doorbrengen met haar kinderen in hun vroege jaren. Net als andere adellijke vrouwen had ze ook voedsters, klerken en ridders, of andere bedienden om voor hen te zorgen. De dochters van Angevin vertrokken in de vroege adolescentie of zelfs eerder naar de rechtbank van hun financés. Eleanors zonen en de zonen van Hendrik II hadden magistri aangesteld om vanaf hun kindertijd toezicht te houden op hun opvoeding, en de jongens brachten veel tijd door in huishoudens van prominente Koninklijke ambtenaren. De koningin toonde pas veel interesse in haar zonen toen ze in staat waren een rol te spelen in de politiek., Ze droeg bij aan de vijandigheid die zich ontwikkelde tussen hen en hun vader tijdens hun adolescente jaren, en die bijna onvermijdelijk was in families van feodale aristocraten. Toen Richard I en Johannes de Engelse troon besteeg, toonde Eleonora haar sterkste gevoel voor hen, werkend om hun macht veilig te stellen en te behouden. Zij toonden op hun beurt genegenheid voor haar en verleenden haar een hogere status aan hun hof dan hun echtgenotes hadden., Een blik op deze familie Angevin ondersteunt Ariès en Stone ‘ s visie dat de middeleeuwse adellijke familie meer een instelling was voor het behoud van eigendom dan voor het opbouwen van karakter, en dat affectieve banden tussen ouders en hun afstammelingen minder belangrijk waren dan economische of politieke.