baanbrekend ontwikkelingswerk
in 1920, in samenwerking met Théodore Simon aan het Alfred Binet Laboratory in Parijs, evalueerde Piaget de resultaten van gestandaardiseerde redeneringstests die Simon had ontworpen. De tests waren bedoeld om de intelligentie van kinderen te meten en verbanden te leggen tussen de leeftijd van een kind en de aard van zijn fouten. Voor Piaget roept het nieuwe vragen op over de manier waarop kinderen leren.
Piaget besloot uiteindelijk dat de test te rigide was., In een herziene versie stond hij kinderen toe om de logica van hun “onjuiste” antwoorden uit te leggen. Bij het lezen van de verklaringen van de kinderen, realiseerde hij zich dat de kracht van het redeneren van kinderen toch niet gebrekkig was. In gebieden waar kinderen Geen levenservaring als referentiepunt hadden, gebruikten ze logischerwijs hun verbeelding om te compenseren. Hij concludeerde bovendien dat feitelijke kennis niet gelijkgesteld moet worden met intelligentie of begrip.,in de loop van zijn zesjarige carrière in de kinderpsychologie identificeerde Piaget ook vier stadia van mentale ontwikkeling. De eerste heet de “sensorimotorische fase”, waarbij leren door middel van motorische acties plaatsvindt wanneer kinderen 0-2 jaar oud zijn. Tijdens de preoperatiefase ontwikkelen kinderen van 3-7 jaar intelligentie door het gebruik van symbolische taal, fantasiespel en natuurlijke intuïtie. Tijdens de” concrete operationele fase ” ontwikkelen kinderen 8-11 zich cognitief door het gebruik van logica die is gebaseerd op concreet bewijs., “Formele operaties”, de vierde en laatste fase, omvat 12-tot-15-jarigen die het vermogen vormen om abstract te denken met complexere inzichten van logica en oorzaak en gevolg. Piaget noemde zijn collective theories on child development een ” genetic epistemology.”Hij vertrouwde ook op het concept van schema’ s, gedefinieerd als de cognitieve structuren en kaders waardoor we de wereld begrijpen, om zijn ontwikkelingstheorieën verder te verklaren.