het bouwen van een muziekstuk rond de presentatie van een thema (een melodisch idee) gevolgd door een reeks variaties op dat thema is niet nieuw in de klassieke tijd. Echter, het veelvuldig gebruik van deze structuur in delen, vaak het 2e deel, van grotere klassieke werken zoals symfonieën en strijkkwartetten verdient enige extra studie als we klassieke vormen beschouwen.
in muziek is variatie een formele techniek waarbij materiaal wordt herhaald in een gewijzigde vorm., De veranderingen kunnen betrekking hebben op harmonie, melodie, contrapunt, ritme, timbre, orkestratie of een combinatie van deze.
Variatievorm
Variatievormen omvatten ground bass, passacaglia, chaconne en thema en variaties. Ground bass, passacaglia en chaconne zijn meestal gebaseerd op korte Ostinato motieven die een repetitieve harmonische basis en zijn ook typisch continu evoluerende structuren., ‘Thema en variatie’ vormen zijn echter specifiek gebaseerd op melodische variatie, waarbij het fundamentele muzikale idee, of thema, in gewijzigde vorm wordt herhaald of op een andere manier wordt begeleid. ‘Thema en variatie’ structuur begint meestal met een thema (dat zelf soms wordt voorafgegaan door een inleiding), meestal tussen de acht en tweeëndertig maten in lengte; elke variatie, met name in de muziek van de achttiende eeuw en eerder, zal van dezelfde lengte en structuur als het thema., Deze vorm kan gedeeltelijk zijn afgeleid van de praktische inventiviteit van muzikanten; “hofdansen waren lang; de melodieën die hen vergezelden waren kort. Hun herhaling werd onverdraaglijk vermoeiend, en onvermijdelijk leidde de speler om te genieten van exempore variatie en ornament”; echter, het formaat van de dans vereist deze variaties om dezelfde duur en vorm van de melodie te behouden.
Variatievormen kunnen worden geschreven als ‘vrijstaande’ stukken voor solo-instrumenten of ensembles, of kunnen een deel van een groter stuk vormen., De meeste jazzmuziek is gestructureerd op een basispatroon van thema en variaties.voorbeelden zijn John Bull’ s Salvator Mundi, Bach ‘ s canonische variaties op “Vom Himmel hoch da komm’ ich her, Passacaglia en Fuga in C mineur, Vioolchaconne en (D mineur solo viool suite), Corelli ’s La Folia variaties, Beethovens Diabelli variaties, de Finale van Brahms’ Vierde symfonie, variaties op een thema van Haydn, Op.56, Elgar ’s Enigma Variaties, Franck’ s Variations Symphoniques, en Richard Strauss ‘ Don Quichote., Zowel Schuberts Death als het Maiden Quartet en Trout Quintet halen hun titels uit zijn liedjes die als variatiebewegingen worden gebruikt.