Eik kleur van de bedreigde Hawaiiaanse Oo ‘ Aa vogel wordt gecontroleerd door een enkele locus, BLU, waar het B-allel dominant is voor het B-allel. Als onderdeel van de herstelstrategie wordt een zuiver broedvogel (BB) van het ene eiland gekruist met een zuiver broedvogel (bb) van het andere eiland. Omdat alle nakomelingen Bb-heterozygoten zijn, wordt verwacht dat ze allemaal een uniform, blauw fenotype vertonen zoals dat van de BB-ouder., Echter, als penetrantie en / of expressiviteit variëren, zijn drie patronen van variatie die afwijken van verwachting mogelijk. als de penetrantie varieert, dringt het BB-genotype soms niet door tot het fenotype: sommige BB-eieren zijn blauw net als die van hun BB-ouders, andere zijn wit zoals die van hun bb-ouders, ondanks de aanwezigheid van het B-allel. “Gebrek aan penetrantie” wordt soms gebruikt om individuen te verklaren wiens fenotypen niet hun afgeleide genotypen weerspiegelen, bijv.,, een dominante eigenschap die een generatie in een stamboom lijkt over te slaan
als de expressiviteit varieert, zal het BB genotype niet uniform worden uitgedrukt in het fenotype: alle eieren zijn blauw, maar de exacte tint van blauw varieert tussen individuen met hetzelfde genotype. Variabele expressiviteit is vaak toe te schrijven aan omgevingsfactoren of variatie op genloci elders in het genoom.
als de expressiviteit en penetrantie beide variëren , kan er een continue gradiënt van fenotypen zijn tussen witte en blauwe eieren., Merk op dat gebrek aan penetrantie kan worden beschouwd als een extreme uit van expressiviteit, waarin het bereik van expressie omvat niet-expressie.
*huiswerk: in het penetrance voorbeeld, hoe zou je de resultaten van een Bb x Bb kruis onderscheiden van die van een BB x bb kruis, waar de ouders respectievelijk blauw en wit zijn, en de helft van de nakomelingen blauwe Bb eieren zijn en de helft witte bb eieren?
penetrantie versus expressiviteit