in de psychoanalyse, een afweermechanisme waarbij onaanvaardbare gedachten, gevoelens of wensen uit het bewustzijn worden verbannen. In een artikel getiteld ‘repressie’ in 1915 gaf Sigmund Freud (1856-1939) de volgende korte en vaak geciteerde definitie: ‘de essentie van repressie ligt simpelweg in het wegdraaien van iets, en het op afstand houden, van het bewuste’ (standaarduitgave, XIV, p. 146-58, op p.147, cursief in het origineel)., In primaire onderdrukking worden wensen die uitgaan van de id geblokkeerd om het bewustzijn te bereiken; in primaire onderdrukking wordt angstopwekkende informatie die al in bewustzijn is verwijderd en Geblokkeerd om terug te keren; en in secundaire onderdrukking wordt bewust materiaal dat doet denken aan verdrongen materiaal ook verwijderd uit het bewustzijn. De term (Duits Verdrängung) werd in 1806 in psychologische zin geïntroduceerd door de Duitse filosoof en psycholoog Johann Friedrich Herbart (1776-1841) (Samtliche Werke, V, p., 19) en herhaald in 1824 in zijn boek Psychologie als wetenschap, en het is niet vastgesteld of Freud wist van dit werk toen hij begon met het gebruik van de term in 1894. Zie ook countercathexis. Vergelijk afscherming, onderdrukking (waarmee dit concept vaak verward wordt). onderdruk vb. onderdrukte adj.